Sociale partners in de timmerindustrie hechten groot belang aan een gedegen en actueel inzicht in ontwikkelingen die zich op de arbeidsmarkt van de sector voordoen. Enerzijds om daarmee te kunnen bepalen of afspraken die sociale partners over het functioneren van deze arbeidsmarkt hebben gemaakt in de praktijk ook gerealiseerd worden. Anderzijds vormt een dergelijk inzicht een belangrijke inspiratiebron en richtsnoer voor wenselijke nieuwe arbeidsmarktinitiatieven van de sociale partners. Om in deze doelen te kunnen voorzien voert Bureau Bartels in opdracht van de sociale partners periodiek arbeidsmarktonderzoek uit voor de timmerindustrie. In 2024 zijn we dan ook gestart met een nieuw arbeidsmarktonderzoek voor deze sector.
Met het programma ‘Onbeperkt Meedoen!’ wil het ministerie van VWS bevorderen dat mensen met een beperking volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving. Vanuit dit programma kunnen inclusiepacten ondersteund worden die hieraan bijdragen. Een goed voorbeeld daarvan is het inclusiepact ‘Van onderwijs naar werk voor VSO en PrO jongeren in de regio Zwolle’. In dit pact participeren 16 VSO/PrO-scholen, de HCA Regio Zwolle en de sectortafels voor Zorg & Welzijn, Vrijetijdseconomie en Techniek & Energietransitie. Om lessen voor andere arbeidsmarktregio’s te genereren is voorzien in monitoring en evaluatie van dit inclusiepact, iets wat Bureau Bartels voor haar rekening neemt.
Net als veel andere sectoren wordt de timmerindustrie geconfronteerd met tekorten op de arbeidsmarkt. Sociale partners ontplooien dan ook de nodige initiatieven om ‘concurrerend’ te blijven in de strijd om personeel. Een belangrijk spoor dat daarbij bewandeld wordt betreft het bevorderen van de instroom in de timmerindustrie, iets wat met name plaats dient te vinden via een negental regionale opleidingsbedrijven. Om voldoende en geschikte instroom bij deze opleidingsbedrijven te realiseren is het van belang dat de sector zich goed profileert naar potentiële leerlingen en – in het verlengde hiervan – de juiste mensen opleidt. Sociale partners hebben Bureau Bartels dan ook verzocht om hier onderzoek naar te doen en kansen te identificeren voor mogelijke versterking en verbetering van de profilering van de timmerindustrie.
De sector Grondstoffen Energie & Omgeving (GEO) richt zich onder andere op het verzamelen en verwerken van afval tot grondstoffen en energie. Vanuit het O&O fonds GEO, waarin sociale partners uit de sector samenwerken, worden activiteiten op het gebied van scholing en arbeidsmarkt ontplooid. Daarbij wordt steeds meer ingezet op duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Zo hebben sociale partners hiervoor het programma ‘Lekker Bezig!’ ontwikkeld. Vanuit dit programma, waarvoor met succes een beroep op de MDIEU-regeling is gedaan, worden werkgevers en werknemers op het gebied van duurzame inzetbaarheid ondersteund. Op verzoek van de sociale partners heeft Bureau Bartels dit programma geëvalueerd.
Strategische personeelsplanning in openbare bibliotheken
Met strategische personeelsplanning (SPP) kunnen organisaties zorgen voor een toekomstbestendig personeelsbestand dat continu aansluit bij de ontwikkelingen en organisatiedoelen. Vanuit Stichting BibliotheekWerk, het A&O fonds voor de branche openbare bibliotheken, hebben sociale partners dan ook het initiatief genomen om te bevorderen dat openbare bibliotheken aan de slag gaan met dit thema. Daartoe hebben zij een pilot geïnitieerd: met een leergang SPP worden een aantal openbare bibliotheken ondersteund om dergelijk beleid te ontwikkelen en implementeren. De sociale partners hebben Bureau Bartels gevraagd om zorg te dragen voor de monitoring en evaluatie van deze pilot. Zowel het proces van implementatie als de effecten op langere termijn worden hierbij inzichtelijk gemaakt.
Onbekend maakt onbemind
Cao-maatregelen scholing en functiehandboek verdienen meer aandacht
De huidige cao-maatregelen voor scholing zijn niet algemeen bekend bij werkgevers en werknemers in de timmerindustrie. Daarnaast sluit de inhoud van deze cao-maatregelen onvoldoende aan op de praktijk. Het functiehandboek is bekend bij een belangrijk deel van de werkgevers, maar loopt sterk achter op de ontwikkelingen in de sector. Het functiehandboek wordt bovendien vooral voor inschaling gebruikt en nauwelijks voor groei en loopbaanadvies van werknemers. Dit blijkt uit een onderzoek van Bureau Bartels onder werkgevers en werknemers in de timmerindustrie. Het tijdschrift Timmerfabrikant sprak onderzoekers Henk Tissing en Anandi Schelfhout.
Klik hier voor het volledige artikel.
Veel sectoren hebben momenteel te kampen met personele tekorten. Er worden dan ook de nodige initiatieven ontplooid om het tij te keren. Zo wil de provincie Gelderland vanuit haar onderwijs- en arbeidsmarktbeleid een bijdrage leveren aan het oplossen van arbeidsmarktknelpunten. Eén de sporen die zij daartoe wil bewandelen is het ondersteunen van Gelderse werkgevers bij de ontwikkeling en toepassing van strategische personeelsplanning (SPP). Om hier invulling aan te geven heeft zij Bureau Bartels gevraagd om een nulmeting uit te voeren naar de mate waarin – en de wijze waarop – Gelderse werkgevers SPP hanteren en welke rol de provincie Gelderland bij dit thema kan spelen.
Het aanbieden van stageplaatsen aan leerlingen vormt voor werkgevers in de GGZ een belangrijk wervingskanaal. Vanwege tekorten op de arbeidsmarkt is het belang hiervan alleen maar toegenomen. Als stagiairs goed begeleid worden vergroot dit de kans dat zij hun opleiding met succes afronden en dat zij als capabele nieuwe werknemers instromen bij GGZ-werkgevers. In de cao hebben de sociale partners dan ook afgesproken dat zij goede en inspirerende voorbeelden van (begeleiding van) stages binnen de GGZ willen identificeren die vervolgens breder uitgedragen kunnen worden onder andere werkgevers in de sector. Zij hebben Bureau Bartels gevraagd om ondersteuning te bieden bij de uitvoering van deze cao-afspraak.
De sector Grondstoffen, Energie en Omgeving (GEO) bestaat uit 33 bedrijven waar ongeveer 7500 medewerkers werkzaam zijn. In het O&O fonds GEO werken sociale partners uit deze sector samen aan het ontplooien van initiatieven op het gebied van scholing en arbeidsmarkt. Daarbij worden zowel instrumenten voor werkgevers als werknemers ontwikkeld. Nu dergelijke initiatieven al geruime tijd ontplooid worden leeft bij het bestuur de behoefte aan een evaluatie van de brede dienstverlening van ‘hun’ O&O-fonds. Aan Bureau Bartels is opdracht verstrekt om deze evaluatie voor haar rekening te nemen.
In het voorjaar van 2022 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin het kabinet gevraagd wordt om met de arbeidsmarktregio’s in gesprek te gaan om meer langdurig bijstandsgerechtigden naar werk te begeleiden. Als eerste stap daartoe heeft het ministerie van SZW Bureau Bartels verzocht om een onderzoek onder de 35 arbeidsmarktregio’s uit te voeren. In dit onderzoek hebben we een beeld geschetst van de (typen) activiteiten die arbeidsmarktregio’s al ontplooien om langdurig bijstandsgerechtigden naar werk te begeleiden en de resultaten die daarmee behaald zijn. In het verlengde daarvan hebben we ook in kaart gebracht welke kansen de arbeidsmarktregio’s zien om de arbeidstoeleiding van deze doelgroep (verder) te versterken en de rol die zij daarbij voor de Rijksoverheid weggelegd zien.
De schoonmaak- en glazenwassersbranche kampt al geruime tijd met een hoog ziekteverzuim. Sociale partners uit deze branche willen dan ook maatregelen treffen om dit verzuim te beteugelen. Zo zijn zij voornemens om een branche-brede aanpak voor kort verzuim te ontwikkelen en te implementeren. Voor de onderbouwing van deze aanpak hebben de sociale partners behoefte aan een onderzoek. Enerzijds moet daarmee verdiepend inzicht worden verkregen in de verklaringen voor het kort verzuim in de branche. Samenhangend daarmee zal het onderzoek anderzijds ook moeten resulteren in een advies over typen initiatieven die een plaats verdienen in de beoogde branche-brede aanpak. Sociale partners hebben Bureau Bartels gevraagd om dit onderzoek uit te voeren. Bij de uitvoering van dit onderzoek werken we samen met mevrouw prof.dr. Tinka van Vuuren.
Het A+O fonds Rijk – waarin het Rijk als werkgever en werknemersorganisaties samenwerken – heeft als missie om via vernieuwende activiteiten bij te dragen aan een betere werking van de arbeidsmarkt binnen de Rijksoverheid. Het bestuur van het A+O fonds Rijk heeft Bureau Bartels gevraagd om na te gaan in hoeverre het fonds er in de afgelopen periode in is geslaagd om invulling aan deze missie te geven. Daarbij wil zij ook graag getoetst zien in welke mate de arbeidsmarktactiviteiten van het fonds in een witte vlek voorzien. Ten slotte heeft het bestuur van het A+O fonds Rijk ons verzocht om, op basis van de resultaten van deze terugblik, advies uit te brengen over de vraag hoe zij naar de toekomst tot een strategisch zorgvuldige selectie van nieuwe projecten kan komen.
De relatie tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven vormt één van de sporen die bewandeld wordt om tekorten aan technici te reduceren. Knelpunten in deze relatie zijn zowel kwantitatief – een tekort aan docenten in technische opleidingen – als kwalitatief van aard. Bij veel docenten is namelijk sprake van een gebrek aan kennis van de nieuwste technieken. Om deze knelpunten te ondervangen wordt steeds meer ingezet op ‘hybride docentschap’ waarbij vakkrachten uit het bedrijfsleven voor een aantal uren in de week les geven op scholen. Zo is in afgelopen periode het project Hybride Techniekopleider in uitvoering genomen, een samenwerking tussen de sectorfondsen voor de metalektro, de metaalbewerking en de technische installatiebranche. Sociale partners uit de metalektro hebben Bureau Bartels verzocht om dit project te evalueren en daarbij kansen te identificeren om meer technici te enthousiasmeren voor het hybride docentschap.
Foto van Freepik
Het bevorderen van scholing en ontwikkeling van nieuwe en zittende medewerkers vormt voor veel sectoren een belangrijk thema. Dit geldt ook voor de timmerindustrie. Zo hebben de sociale partners in de cao voor timmerindustrie diverse afspraken rondom dit thema gemaakt. Hoewel dit aanbod al langere tijd bestaat richting werkgevers en werknemers is er sprake van gebrekkig inzicht in de bekendheid en het gebruik van de betreffende sectorale scholingsregelingen. Daarom hebben sociale partners Bureau Bartels gevraagd om hier onderzoek naar te verrichten onder zowel werkgevers als werknemers in de timmerindustrie.
Er zijn in de afgelopen periode de nodige steun- en herstelpakketten geïntroduceerd om de impact van de coronacrisis te verzachten. Een goed voorbeeld daarvan is het ‘aanvullend sociaal pakket’ dat in augustus 2020 aangekondigd is en dat bedoeld is om de negatieve effecten op de werkloosheid te mitigeren. Een deel van de middelen uit dit pakket is specifiek bedoeld voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid onder kwetsbare jongeren. Daarbij gaat het met name om leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en het praktijkonderwijs (PrO) alsmede voortijdig schoolverlaters. Het succes hiervan is echter sterk afhankelijk van de medewerking en betrokkenheid van werkgevers. Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Bureau Bartels dan ook in kaart gebracht hoe de samenwerking tussen VSO-/PrO-scholen en werkgevers in de praktijk verloopt. Met als doel om zicht te krijgen op interventies die bijdragen aan een succesvolle samenwerking en goede praktijkvoorbeelden daarvan. Klik hier voor het volledige rapport.
De sociale partners in de timmerindustrie zijn geïnteresseerd in actuele ontwikkelingen die zich in de sector voordoen. Daarbij dient bijvoorbeeld te worden gedacht aan trends in het aantal (moeilijk vervulbare) vacatures, ziekteverzuim, de verhouding tussen vast en flexibel personeel, leeftijdsopbouw van de werknemers, enzovoort. De sociale partners willen deze inzichten benutten voor het ontplooien van beleidsinitiatieven. Bureau Bartels heeft in opdracht van de sociale partners de arbeidsmonitor in de timmerindustrie uitgevoerd. Daartoe zijn niet alleen werkgevers maar ook werknemers uit de sector geraadpleegd.
De provincie Gelderland wil een actief beleid voeren op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt om daarmee de Gelderse arbeidsmarkt toekomstbestendiger te maken. Bij het ontplooien van initiatieven die hieraan bijdragen wil zij aansluiting realiseren bij instrumenten en regelingen op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt die door andere gremia - zoals de EU, het Rijk of sociale partners - geïnitieerd worden. Om hier zicht op te krijgen heeft de provincie Gelderland Bureau Bartels verzocht om een inventarisatie te maken van instrumenten en regelingen die relevant kunnen zijn voor de implementatie van het provinciaal onderwijs- en arbeidsmarktbeleid.
De belangstelling voor e-learning heeft in de afgelopen periode een hoge vlucht genomen. Dit heeft ook alles te maken met de voordelen die aan deze leermethode verbonden zijn en die door de coronacrisis nog eens extra geaccentueerd worden. Flexibiliteit vormt een belangrijk voorbeeld. Immers, e-learning is onafhankelijk van plaats en tijd. Ook vanuit kostenperspectief is deze leermethode interessant, bijvoorbeeld omdat er geen docent nodig is en er bespaard kan worden op zaken zoals reistijd, reis- en verblijfkosten en zaalhuur.
In 2016 hebben partijen in Oost-Nederland - ROC Aventus en de Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn - dan ook het All You Can Learn platform opgezet (www.allyoucanlearn.eu). In 2017 zijn vanuit het Regionaal Investeringsfonds (RIF)-MBO middelen verkregen om dit platform verder uit te bouwen. Met het AYCL-platform wordt beoogd om aan te sluiten bij de vraag van medewerkers, vrijwilligers, leerlingen en docenten uit de zorg en welzijn om meer op een gepersonaliseerde manier te leren. Daarbij gaat het om persoonlijke leerlijnen waarbij just-in-time, just-enough en just-for-me opleidingsmodules worden gevolgd. Inmiddels worden via het AYCL-platform meer dan 200 digitale modules aangeboden aan deze doelgroepen. Op verzoek van de initiatiefnemers heeft Bureau Bartels een evaluatie uitgevoerd van het AYCL-platform. Dit met het doel om daarmee bouwstenen te genereren voor optimalisering van dit platform alsmede het vervolg daarop. Eindrapport evaluatie AYCL
Vanwege de concurrentie om arbeidskrachten, uitstroom en uitval van personeel en de opkomst van zelfstandig ondernemerschap (zzp-ers) ondervinden steeds meer zorg- en welzijnsinstellingen knelpunten in hun personeelsbezetting. Om deze knelpunten te ondervangen worden er dan ook, door zowel overheid als sociale partners, uiteenlopende typen initiatieven ontplooid. Zo hebben veertien werkgeversorganisaties in de zorg en welzijn, verenigd in de coöperatie RegioPlus, het SectorplanPlus Zorg & Welzijn geïnitieerd. Een belangrijk doel van dit plan is om een impuls te geven aan MBO- en HBO-opleidingen in de zorg en welzijn en aan het opleiden van praktijk-/werkbegeleiders om zo nieuwe instroom in de sector te bevorderen. Om ‘de achterdeur te sluiten’ en uitstroom zoveel mogelijk te voorkomen wordt met het SectorplanPlus ook ingezet op scholing en behoud van personeel.
Voor de uitvoering van het SectorplanPlus, dat een looptijd heeft van 2017-2021, is inmiddels door het ministerie van VWS in totaal 370 miljoen euro beschikbaar gesteld. Deze middelen worden in een viertal tranches met bijbehorende openstellingen ingezet. In de afzonderlijke openstellingen is steeds sprake geweest van een groot aantal aanvragen dat in de loop der tijd sterk toegenomen is. Op verzoek van de coöperatie RegioPlus en het ministerie van VWS brengt Bureau Bartels periodiek de tussentijdse voortgang en resultaten van het SectorplanPlus in kaart. Dit om daarmee bouwstenen te genereren voor de verantwoording van de subsidie respectievelijk de inrichting van de volgende openstelling. Rapport Evaluatie SectorplanPlus
Vanuit haar betrokkenheid bij het stimuleren van de regionale economie hecht de provincie Gelderland groot belang aan de beschikbaarheid van voldoende en goed opgeleid personeel. In de afgelopen periode heeft de provincie dan ook diverse beleidsinitiatieven op dit terrein ontplooid. Voor het bepalen van haar toekomstige rol op dit beleidsterrein had de provincie Gelderland behoefte aan een inventarisatie van landelijke initiatieven op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt die relevant kunnen zijn voor de provincie Gelderland. Op verzoek van de provincie Gelderland heeft Bureau Bartels deze inventarisatie uitgevoerd.
Digitalisering en robotisering resulteren in grote veranderingen in productie en dienstverlening. Intensivering van het gebruik van ICT en robots kan dan ook verregaande consequenties hebben voor de kennis en competenties waarover werknemers dienen te beschikken. Voor diverse functies is wat dit aangaat een ‘functiemetamorfose’ gaande. Ook overheden ontkomen hier niet aan. In opdracht van de sectorfondsen van provincies, gemeenten en waterschappen hebben we hiervan een aantal praktijkvoorbeelden in kaart gebracht. Dit om daarmee de bewustwording te vergroten van de trends die gaande zijn en de consequenties daarvan voor het werk(en) in de publieke sector.
Tijdens de kredietcrisis zijn stages voor afgestudeerden meer in zwang geraakt. Daarmee kunnen afgestudeerden, (veelal) tegen een geringe vergoeding, werkervaring opdoen en zo de kansen op de arbeidsmarkt vergroten. De laatste tijd komen er echter regelmatig signalen naar voren van misbruik van dit type stages. Daarvan is sprake indien niet leerdoelen centraal gesteld worden maar de betreffende stagiairs vooral productieve taken verrichten waardoor er in feite verdringing op de arbeidsmarkt optreedt. Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dan ook een plan van aanpak ontwikkeld voor de bestrijding van stagemisbruik. Eén van de onderdelen daarvan is een onderzoek naar de mate waarin stagemisbruik voorkomt en hoe dit teruggedrongen kan worden. Bureau Bartels heeft dit onderzoek heeft dit onderzoek mogen uitvoeren.